Weer

Weerkaarten

Algemene luchtgesteldheid boven Europa

Tussen het hogedrukgebied van de Azoren en een depressie boven Scandinavië stroomt onstabiele, maritiem polaire lucht via de Britse Eilanden en de Noordzee naar West- en Centraal-Europa. Dit zorgt voor talrijke buien, die in de laaggelegen streken meestal in de vorm van regen vallen, maar in reliëfgebieden gaat de neerslag snel over in smeltende sneeuw en sneeuw. In de Pyreneeën en de Alpen (vooral in Frankrijk en Zwitserland) kan er zondag tot rond 20 cm verse sneeuw vallen. Maandag kan daar in de Alpen nog eens evenveel bijkomen, maar dan voornamelijk in Zwitserland en Oostenrijk.

Maandag vormt zich boven Noord-Italië een hoogtedepressie, die zich langzaam naar de Balkan verplaatst en dan nog heel de week ter plaatse blijft trappelen in het oostelijk deel van het Middellandse-Zeegebied. Maandag zorgt dit voor talrijke onweders langs de Tyrreense en Adriatische kusten. In het binnenland van de Balkanlanden gaat de neerslag snel over in smeltende sneeuw en sneeuw. In delen van Griekenland en later in de week vooral langs de zuidkust van Turkije kan overvloedig veel neerslag vallen.

Het Iberisch Schiereiland blijft grotendeels gespaard van deze storingen, dankzij de aanwezigheid van het hogedrukgebied van de Azoren. Toch kan de Cantabrische kust vaak wat lichte regen krijgen. In de daarachter gelegen bergen is ook wat smeltende sneeuw mogelijk.

De Scandinavische depressie is zondag verantwoordelijk voor sneeuwval in grote delen van Noorwegen en Zweden. In het zog ervan zouden maandag nog wat sneeuwbuien over het schiereiland trekken. Verder in de week blijven Atlantische storingen de Scandinavische landen bestoken.

Legende van de frontkaarten

 

Oranje visgraatlijn: "convergentielijn" => duidt een zone aan waar de wind aan de oppervlakte samenstroomt. Deze convergentie aan de oppervlakte wordt geassocieerd met verticale opwaartse bewegingen, die vaak aanleiding geven tot een buienlijn of onweer. De convergentie kan in verband worden gebracht met twee samenkomende windfluxen, elk vanuit een verschillende richting, of met de aanwezigheid van een luchtlaag die warmer en vochtiger is dan zijn omgeving (thermische vore of thermisch lagedrukgebied).
Zwarte stippellijn: "trog"=> veroorzaakt verticale opwaartse bewegingen en leidt vaak tot stortbuien en/of een intensivering van de onweersactiviteit. In een trog is meestal een buienlijn aanwezig.
Rode lijn met halve cirkels : "warmtefront" => aanvoer van warmere lucht die vaak aanleiding geeft tot de vorming van een wolkenzone, die gepaard gaat met neerslag. Het front omvat de grens tussen de aangevoerde warme lucht en de koude lucht waarvan hij de plaats zal innemen. De positie van de halve rode cirkels toont de richting van de verplaatsing van het warmtefront.
Blauwe lijn met driehoeken : "koudefront" => aanvoer van koudere lucht die vaak aanleiding geeft tot de vorming van een wolkenzone, die gepaard gaat met neerslag. Het front omvat de grens tussen de aangevoerde koude lucht en de warme lucht waarvan hij de plaats zal innemen. De plaatsing van de driehoekjes duidt de richting aan waarin het koudefront zich verplaatst.
Paarse lijn met driehoeken en halve cirkels : "occlusiefront" => resultaat van de fusie tussen een warmte- en een koudefront. In het algemeen beweegt een koudefront sneller dan een warmtefront. Het haalt het warmtefront in om een uniek wolkensysteem te vormen, dat vaak aan de bron van neerslag ligt.
Afwisselend rode/blauwe lijn : "stationair front" => stationaire grens tussen een koude en een warme luchtmassa. De warme lucht bevindt zich achter de rode halve cirkels en de koude lucht bevindt zich achter de blauwe driehoeken.

Cookies opgeslagen