2016-2020

De laatste maand van de meteorologische zomer werd in Ukkel gekenmerkt door normale waarden voor de gemiddelde temperatuur, het neerslagtotaal, de gemiddelde windsnelheid en de zonneschijnduur.

Van de 1e tot de 4e kregen we vochtige en soms licht onstabiele zeelucht over ons door de aanwezigheid van een lagedrukgebied ten westen van Ierland dat zich vanaf de 3e verplaatste richting Scandinavië. Van de 5e tot de 7e bevonden we ons tussen dit lagedrukgebied en een hogedrukgebied dat zich uitstrekte van de Azoren tot de Golf van Biskaje, wat zorgde voor de aanvoer van licht onstabiele en vrij frisse zeelucht. Van de 8e tot de 10e kregen we koele en onstabiele maritieme lucht van polaire oorsprong over ons door de aanwezigheid van een nieuw lagedrukgebied dat zich verplaatste van het noorden van Schotland naar Scandinavië en een hogedrukgebied ten westen van Ierland. Van de 11e tot de 13e kregen we vochtige en zachtere maritieme lucht uit het zuidwesten tot westen over ons door de aanwezigheid van een lagedrukgebied dat zich uitstrekte van IJsland tot Scandinavië en een hogedrukgebied over de Atlantische Oceaan dat zich uitstrekte tot het zuiden van Europa. Van de 14e tot de 17e werd ons weer bepaald door een hogedrukgebied dat zich verplaatste van de Britse Eilanden naar Scandinavië. Daardoor kregen we vanaf de 15e stabiele en vrij droge landlucht over ons. Van de 18e tot de 21e werd ons weer beïnvloed door een lagedrukgebied dat zich van de Atlantische Oceaan over de Britse Eilanden naar de Noordzee verplaatste, waardoor we onstabiele en frissere maritieme lucht over ons kregen. Van de 22e tot de 27e lagen we tussen een hogedrukgebied over Centraal-Europa en een lagedrukgebied ten westen van de Britse Eilanden en werd er droge en warme landlucht over onze streken aangevoerd. De 28e en 29e verplaatste dit lagedrukgebied zich naar Scandinavië en kregen we vochtige en soms onstabiele zeelucht over ons. De 30e en 31e zorgde een nieuw hogedrukgebied, dat zich over onze streken richting Oost-Europa verplaatste, opnieuw voor de aanvoer van droge en warme lucht. Te Ukkel bedroeg de gemiddelde luchtdruk op zeeniveau 1018,6 hPa (norm: 1015,9 hPa), een abnormaal hoge waarde.

De afwijking van de normale van de maandgemiddelden van de maximumtemperaturen lag tussen -0,5°C en +1,5°C. De afwijking van de normalen van de maandgemiddelden van de minimumtemperaturen varieerde tussen -2,0°C en +2,5°C. De absolute maxima lagen tussen 31°C en 36°C en werden meestal waargenomen op de 25e en 27e. De absolute minima varieerden tussen 0,5°C en 10,0°C en werden meestal gemeten op de 11e. Te Ukkel bedroeg de gemiddelde temperatuur 18,1°C (norm.: 18,0°C). De gemiddelde uitersten waren respectievelijk 22,8°C en 13,5°C (norm.: 22,6°C en 13,6°C ). De absolute uitersten bedroegen respectievelijk 32,5°C [de 25e] en 7,7°C [de 11e] (norm.: 30,6°C en 9,1°C ). Er waren 25 lentedagen [max.>=20°C] (norm.: 22,8 d.), waarvan 7 zomerdagen [max.>=25°C] (norm.: 7,7 d.) en 3 tropische dagen [max.>=30°C] (norm.: 1,4 d.).
Halfweg de maand zag het er naar uit dat het een koude maand zou worden. De gemiddelde temperatuur van de eerste decade was abnormaal laag en de tweede decade begon met het laagste maximum van deze maand: de 11de werd het in Ukkel niet warmer dan 14,6°C. We moeten al teruggaan tot 1935 om een lagere maximumtemperatuur tijdens de eerste helft van augustus te vinden. De 13e werd het toen niet warmer 13,5°C. De nacht van de 10e op de 11e registreerden we ook de laagste minimumtemperatuur van deze maand (7,7°C). We moeten teruggaan tot 6 augustus 1987 om een koudere minimumtemperatuur te hebben (5,9°C). Vanaf de 12e werd het steeds warmer, met als uitschieter een late hittegolf: van de 23e tot en met de 27e was het in Ukkel minstens 25°C en 3 dagen hiervan ook minstens 30°C. De 25e was de warmste dag met een maximum van 32,5°C.

De streekgemiddelden van de maandelijkse neerslaghoeveelheden lagen overal lager dan de normale waarden. Ze varieerden van 35% van de normale waarde in Belgisch Lotharingen tot 84% in de Kempen. De waarden waren zeer abnormaal laag in Belgisch Lotharingen en normaal in de rest van het land. De hoogste dagwaarden liepen op tot meer dan 60 mm en deden zich meestal voor op 2e en 3e. Enkel op de 2e werden neerslagwaarden hoger dan 40 mm gemeten. De opmerkelijkste waarde was deze van Sourbrodt (Weismes) met 60,8 mm op de 2e. Te Ukkel was de neerslagfrequentie normaal: met de pluviometer werd in totaal 54,1 mm neerslag in 10 dagen gemeten (norm.: 79,3 mm in 14,5 d.).

In het land telden we, net als in juli, een zeer abnormaal laag aantal van 8 onweersdagen (norm.: 14,1 d.): de 1e, de 3e, de 9e, de 10e, de 18e, de 21e, de 27e en de 28e. We moeten al teruggaan tot 1998 om nog minder dagen met onweer te hebben. Toen registreerden we er slechts 4. Er werd enkel wind- en bliksemschade en hagel werd gemeld op de 27e.

De maandelijkse zonneschijnduur te Ukkel was normaal met een totale duur van 213u 29min (norm.: 189u 32min). Deze iets hogere duur kan mede verklaard worden door het zeer abnormaal hoog aantal heldere dagen (9 dagen, norm.: 4,0 d.).

De wind kwam in Ukkel vooral uit de sectoren Z tot W. Dit was gedurende 58,6% van de tijd het geval (norm.: 50,4%). De gemiddelde windsnelheid bedroeg 3,1 m/s (norm.: 3,1 m/s). In het officiële anemometrische meetnet van ons land werden geen windstoten van 100 km/u (28 m/s) of meer geregistreerd. Dergelijke snelheden konden wel plaatselijk bereikt worden tijdens de onweders.