Soorten droogte
Droogte wordt gedefinieerd als een abnormaal tekort aan water in één of meer delen van de watercyclus. Er zijn verschillende soorten droogte, afhankelijk van de invloed ervan op de watercyclus.
Vanuit een meteorologisch oogpunt wordt droogte gekenmerkt door aanzienlijk minder neerslag dan normaal, gedurende een min of meer lange periode (van één maand tot zelfs verscheidene jaren). Dit staat bekend als een meteorologische droogte.
Droogte kan ook worden gekenmerkt door een tekort aan water in de oppervlaktebodem, wat een nadelige invloed heeft op de goede ontwikkeling van de vegetatie. Dit wordt een landbouwdroogte genoemd. Deze situatie hangt af van de regenval en van het water dat door de bodem en de vegetatie verdampt of getranspireerd wordt (= evapotranspiratie).
Ten slotte is er sprake van hydrologische droogte wanneer meren, rivieren of grondwaterstanden een abnormaal laag peil vertonen.
Indexen om droogtesituaties op te volgen
Een droogte-index is bedoeld om de toestand van de droogte op een bepaalde plaats en voor een bepaalde periode te beschrijven. Er zijn veel verschillende droogte-indexen, die zich onderscheiden door hun mate van complexiteit en de impact van de droogte die zij analyseren.
De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) beveelt het gebruik aan van de gestandaardiseerde neerslagindex (SPI - Standardized Precipitation Index) als de voornaamste droogteanalyse in de meteorologie. Wegens de vele mogelijke gevolgen van droogte kan de SPI echter niet als een universele index worden beschouwd en is vaak een gecombineerde analyse van verschillende indexen nodig.
Een opvolging van de droogte op onze site op basis van 2 indexen
Het KMI stelt een dagelijkse monitoring van de droogtesituatie in het land voor op basis van de SPI-index, berekend over een periode van 90 dagen (d.w.z. bijna 3 maanden, vandaar de notatie SPI-3).
Deze informatie wordt nu aangevuld met de SPEI-3 index, die de waterbalans (d.w.z. het verschil tussen neerslag en evapotranspiratie) over de afgelopen 90 dagen beoordeelt. De evapotranspiratie die voor de berekening van deze index wordt gebruikt, wordt geraamd op basis van waarnemingen van temperatuur, globale zonnestraling, vochtigheid en windsnelheid voor een theoretische oppervlakte (gras in volle groei en goed voorzien van water). Dit is de referentie-evapotranspiratie ET0 (de werkelijke evapotranspiratie is moeilijk te meten).
De SPEI-3-informatie zal binnenkort ook voorspellingen tot 10 dagen omvatten, zoals momenteel reeds voor de SPI-3.
Bijgewerkte gegevens over de droogte voor de periode mei-juli 2022
De SPI-3 index wijst momenteel op een gemiddeld droge weersituatie voor België met plaatselijk zeer droge tot extreem droge situaties (vooral in de provincie West-Vlaanderen en in het oosten van de provincie Luik). De droogste gebieden komen ook voor op de kaart met de neerslaganomalie voor de periode mei-juli 2022 (zie kaart a. hieronder).
De SPEI-3 index daarentegen laat meer uitgestrekte droge, zeer droge en extreem droge gebieden zien. De reden voor dit verschil met de SPI-3 is dat de referentie evapotranspiratie veel hoger is dan normaal, vooral in de oostelijke helft van het land (zie kaart b. hieronder), gedeeltelijk als gevolg van de hoger dan normale zonnestraling. De waterbalansanomalieënkaart (kaart c. hieronder) vertoont een soortgelijke geografische spreiding als die van de SPEI-3.
De SPEI-3-index biedt een eerste karakterisering van de droogteperiodes in de landbouw, met enkele beperkingen, met name het feit dat geen rekening wordt gehouden met vegetatie en bodemtype, en evenmin met het aandeel van de neerslag dat via afspoeling verloren gaat aan de bodem.
De gezamenlijke analyse van de SPI-3 en SPEI-3 indexen wijst op een hoofdzakelijk meteorologische droogte in West-Vlaanderen, terwijl in het oostelijke deel van het Waalse Gewest een landbouwdroogte lijkt op te treden.
Kaarten van de:
a. neerslaganomalie,
b. de referentie-anomalie van de evapotranspiratie,
c. en de waterbalansanomalie
voor de periode van mei tot juli 2022.