Een internationaal team met daarbij enkele wetenschappers van het KMI maakte op initiatief van de World Weather Attribution (WWA) een eerste attributiestudie om een antwoord te bieden op de vraag of de kans op het noodweer zoals de hevige regenval van 14 en 15 juli door de klimaatverandering is toegenomen. De waargenomen neerslaghoeveelheden in de Ahr/Erft regio in Duitsland en in het Belgisch gedeelte van het Maasbekken overtroffen veruit de historische waarnemingen. Deze studie concludeert dat de kans op een dergelijke extreme gebeurtenis in West-Europa is toegenomen door de klimaatverandering.
Studiegebied ruimer dan enkel de zwaarst getroffen regio’s
In tegenstelling tot de attributie van hittegolven is de attributie van extreme neerslag wetenschappelijk zeer moeilijk. De twee zwaarst getroffen regio’s, namelijk het Belgische Maasbekken en de regio van de Ahr-Erft in Duitsland, zijn te klein om met een attributiestudie betrouwbare resultaten te bekomen. Daarom werd het studiegebied uitgebreid tot een regio in West-Europa die behalve de getroffen regio’s in het oosten van België en het westen van Duitsland ook delen van Frankrijk, Nederland, Luxemburg en Zwitserland bevat.
Kans op extreme neerslag groter door klimaatopwarming
De studie beschouwt de maximale dagelijkse neerslag tijdens het zomerhalfjaar in de ruimere regio in West-Europa. Op basis van waarnemingen en gegevens van gedetailleerde regionale klimaatmodellen kan volgens de studie verwacht worden dat een dergelijke gebeurtenis zich eens in de 400 jaar voordoet in elke regio van West-Europa. Uit de studie blijkt dat - door de klimaatverandering met 1.2°C t.o.v. de periode 1850-1900 - de kans op zo’n extreme neerslaggebeurtenis in het studiegebied met een factor 1.2 tot 9 is toegenomen en de extreme neerslag met 3% tot 19% intenser is geworden. Bij een verdere toename van de globaal gemiddelde temperatuur zouden de kansen en intensiteiten voor deze neerslaghoeveelheid nog verder toenemen. De resultaten van deze studie sluiten overigens aan bij de bevindingen van het recent verschenen IPCC-rapport.
Internationale samenwerking is doorslaggevend voor snelle attributiestudies
Attributiestudies zoals deze onderstrepen het belang en de noodzaak van internationale samenwerking voor klimaatonderzoek. In totaal waren onderzoekers van 22 verschillende instellingen uit onze buurlanden en de Verenigde Staten betrokken bij de studie. Behalve eigen analyses droeg het KMI bij met Belgische waarnemingen waarvoor een grondige kwaliteitscontrole nodig was, gezien de extreme waarden. Tenslotte boden de lange termijn klimaatprojecties van het KMI met hoog ruimtelijk detail een grote meerwaarde voor het onderzoek bovenop de andere 70 gebruikte klimaatprojecties. In de toekomst beoogt het KMI dit type klimaatonderzoek in nationaal en internationaal verband verder te zetten.
Bevestiging van voorgaande studies voor België
De KMI-waarnemingen van dagen met hevige neerslag (meer dan 20mm/dag) tonen een statistisch significante toename voor de laatste 30 jaar. Ook de KMI-klimaatprojecties voor België wijzen op een verhoogde kans op hevige neerslag in de toekomst.
Link naar het artikel van het WWA over deze studie
World Weather Attribution (WWA) is een internationale samenwerking die de mogelijke invloed van klimaatverandering op extreme weersomstandigheden, zoals stormen, extreme regenval, hittegolven, koude periodes en droogte, analyseert en communiceert.