Nieuwsbrief
De moestuin van de Sterrenwacht
Het zogenaamde plateau van Ukkel, waar de drie federale wetenschappelijke instituten KMI, BIRA en de Sterrenwacht, gelegen zijn, is een groene oase in de stad. Omwille van zowel geografische als wetenschappelijke redenen is de site tot op heden vrijwel beschermd gebleven van verstedelijking, en biedt het een enorme rijkdom aan fauna en flora in het hartje van Brussel.
Wilde orchideeën [van de soort epipactis] groeien tussen zeldzame bomensoorten, de wateriris, en vele andere wilde bloemen- en plantensoorten. Voorts is de site een verblijf-, rust-, of voederplaats voor vele vogelsoorten. Voor sommige trekvogels (zoals de ooievaar) is het plateau zelfs een stopplaats tijdens hun lange tocht. Vaak voorkomende dieren rond steden, zoals de vos, de wezel of de egel, worden eveneens regelmatig waargenomen en bewonen waarschijnlijk de site. Vanwege het overvloedige groen nemen ook veel insecten deel aan dit unieke ecosysteem.
In deze idyllische omgeving staan bovendien twee serres, die toebehoren aan de "tuinen van de directeur van de Sterrenwacht”. Voor de tuinmannen van het plateau vergde het onderhoud van de serres een te grote tijdsinvestering, waardoor ze een paar jaar ongebruikt bleven. Serres vereisen een continu onderhoud: onvoldoende aandacht tijdens een hittegolf is voldoende om de volledige inhoud van de serre te verliezen.
In de loop van de maand september 2018 bundelden medewerkers van de drie instituten van het plateau hun krachten en zetten ze een gezamenlijk project op om de serres van de Sterrenwacht nieuw leven in te blazen. Met een gedecentraliseerd beheer waarbij de vaardigheden van elk betrokken persoon wordt ingezet, kwam het project snel tot leven. Eén serre werd voorzien voor diegenen die een perceel graag samen in kleine groep onderhouden, en waarbij de oogst gedeeld wordt. De andere serre is voorbehouden voor percelen die aan individuen toebehoren.
Na een risico-analyse, werden de manuele werktuigen gekozen en ter beschikking gesteld van onze moestuinliefhebbers. De bodem – die al geruime tijd was verlaten – werden op natuurlijke wijze aangevuld met organische materie. Dit door het regelmatig geven van regenwater, de toevoeging van brandnetelmest (rijk aan stikstofverbindingen en silica) en compost van het groenafval van de site. De verluchting van de serres werd ook gedeeltelijk geautomatiseerd door simpele mechanische middelen, zonder elektrische controle.
Sinds het begin van de lente in 2019 groeien de eerste scheuten in de serres. Verschillende kruiden en groenten werden er gekweekt: paprika’s, tomaten, kroppen sla, pepers, aubergines, courgetten, kikkererwten, snijbieten, radijzen, kruiden, orchideën, etc.
Gezien de snelle ontwikkeling van het project en het efficiënte beheer ervan, werd beslist om de omliggende grasvelden te gebruiken voor de teelt van buitenplanten. Aardbeien, uien, aardappelen, artisjokken, salades, courgettes en andere veel voorkomende variëteiten werden er in het midden van het voorjaar van 2019 geplant. Voor dit specifieke gebied werd speciale aandacht besteed aan het behoud van de wilde flora in de omgeving.
Voor het milieu en de gezondheid worden alle gewassen, of ze nu in een serre of buiten staan, zonder chemische bestrijdingsmiddelen geteeld. De deelnemers van het project testen verschillende methoden, zoals conventionele biologische landbouw en permacultuur. De dagelijkse monitoring van de site en van de gewassen wordt gewaarborgd door de regelmatige doorgang van gebruikers, ook in het weekend en op feestdagen. Om de twee weken wordt een formelere vergadering georganiseerd, waar feedback uitgewisseld kan worden en de voortzetting van het project verder wordt uitgetekend.
Naast het ecologische aspect laat dit project toe om het personeel van de drie instituten samen te brengen in een ontspannen sfeer.